De stater is een gewichtseenheid, die sinds de uitvinding van muntgeld in het derde kwart van de 7e eeuw v.Chr., waarschijnlijk in Lydië, werd gebruikt voor het aanmunten van munten van elektrum, een in de natuur voorkomende goud-zilver-koperlegering. De naam 'stater' betekent zoveel als wegend en toont daarmee de vroegste functie van munten als genormeerde gewichtseenheid aan. Een universeel vaststaand gewicht zoals dat tegenwoordig in de meeste landen gebruikelijk is, bestond in de oudheid niet. Maten en gewichten varieerden van streek tot streek; in sommige plaatsen werd voor de stater een gewichtseenheid van 14 gram gehanteerd, 17 gram is ook mogelijk. Later, vanaf de munthervorming van koning Kroisos werd circa 8,5 gram veel gebruikt.