Een stigma is een brandmerk dat aan een bepaald persoon, groep personen of zaak wordt gekoppeld. Een stigma kan ook een negatief vooroordeel zijn dat leeft onder een bevolkingsgroep. In het Nederlands kent men het afgeleide werkwoord "stigmatiseren". Synoniem hieraan is het "brandmerken". Deze woorden worden gebruikt in overdrachtelijke zin.
Experts vanuit meerdere expertisegebieden werken aan stigmatisering, wat leidt tot verschillende definities. Tegenwoordig is de consensus dat stigmatisering een sociaal proces is dat plaatsvindt onder stigmatiseerders, en dat stigmatisering niet slechts het gevolg is van het hebben van een ongewenste eigenschap. Link en Phelan (2001)[1] stellen dat stigmatisering het gevolg is van vier samenvloeiende en elkaar versterkende (sociale) processen. Allereerst onderscheiden en labelen mensen hun verschillen. Een tweede proces houdt in dat dominante culturele ideeën ervoor zorgen dat gelabelde personen aan ongewenste of negatieve stereotypes worden gelinkt. In het derde proces worden gelabelde personen in verschillende categorieën geplaatst, om in enige mate een distinctie tussen 'wij' en 'zij' te bewerkstelligen. Tijdens het vierde proces verliezen gelabelde personen hun status en ervaren zij discriminatie, wat leidt tot ongelijkheden.