Een handgeknoopt tapijt (Perzisch tapijt) wordt vervaardigd met behulp van een weefgetouw. Het eindresultaat wordt sterk beïnvloed door het aantal kettingdraden (scheringdraden) dat per cm wordt gebruikt. Hoe meer kettingdraden hoe fijner het werkstuk zal zijn. Tussen de kettingdraden worden de inslagdraden geweven. Na elke ingeweven inslagdraad (soms na twee of drie) volgt een rij knopen. Een knoop bestaat uit een draad die rond twee kettingdraden is geknoopt en daarna afgesneden. De twee einden van deze draad, die min of meer verticaal op de geweven onderzijde staan, vormen de pool van het tapijt. Het knopen van een tapijt is een zeer arbeidsintensief karwei. Zo heeft bijvoorbeeld een tapijt met 40 knopen per vierkante cm en een afmeting van 2 * 3 meter in totaal bijna twee en een half miljoen knopen. Een goede knoper of knoopster maakt op een dag 5000 tot 8000 knopen. Voor het genoemde tapijt is dat 300 tot 480 werkdagen. Dat is meer dan een jaar werk. Om sneller te vorderen worden knopen ook wel om vier kettingdraden in plaats van twee gelegd. Door deze zogenoemde juftiknoop wordt het werk in een richting beduidend grover en is minder mooi.