Tarbosaurus Status: Uitgestorven, als fossiel bekend | |||
---|---|---|---|
Tarbosaurus bataar | |||
Taxonomische indeling | |||
Geslacht | |||
Tarbosaurus Maleev, 1955 | |||
Typesoort | |||
Tarbosaurus efremovi Maleev, 1955 (= Tarbosaurus bataar (Maleev, 1955), Tyrannosaurus bataar) | |||
Afbeeldingen op ![]() | |||
Tarbosaurus op ![]() | |||
|
Tarbosaurus[1][2][3] is een geslacht van uitgestorven theropode dinosauriërs, behorend tot de groep van de Tyrannosauroidea, dat tijdens het Laat-Krijt leefde in het gebied van het huidige Mongolië.
De eerste fossielen van Tarbosaurus werden ontdekt in 1946. In 1955 werden ze benoemd als een nieuwe soort van Tyrannosaurus: Tyrannosaurus bataar. Later dat jaar kregen andere beenderen de naam Tarbosaurus efremovi. Tarbosaurus betekent 'alarmerende sauriër'. In 1965 werd begrepen dat het om dezelfde soort ging, die aldus de naam Tarbosaurus bataar had. Enkele geleerden blijven echter van een Tyrannosaurus bataar spreken omdat de soort binnen de groep van de Tyrannosaurinae nauw verwant is aan de Amerikaanse Tyrannosaurus rex. Er zijn nog vier andere soorten van Tarbosaurus benoemd maar daarvan denkt men nu dat het toch om T. bataar gaat of om heel andere dinosauriërs. Van Tarbosaurus is een groot aantal skeletten gevonden zodat de wetenschappers een goed beeld kregen van de bouw van het dier.
Tarbosaurus was een reusachtig roofdier dat ruim twaalf meter lang kon worden en zes ton zwaar. Hij liep op krachtige achterpoten waarbij de horizontale romp in evenwicht gehouden werd door de staart. De voorpoten waren heel klein. Een gekromde en zwaar gespierde nek droeg een langwerpige schedel, uitgerust met lange tanden. Misschien joeg Tarbosaurus voornamelijk op wat snellere plantenetende Hadrosauroidea. Omdat zijn kop zwaar genoeg gebouwd was om een krachtige beet toe te brengen, kan het zijn dat hij ook gepantserde Ankylosauria doodde. De schedel bleek echter speciaal versterkt om de botsing met heel grote prooidieren te weerstaan, zoals de langnekkige Sauropoda.
Tarbosaurus was warmbloedig en ademde met behulp van luchtzakken. De jongen hadden waarschijnlijk een primitief verenkleed om warm te blijven. Van volwassen exemplaren zijn kleine schubben gevonden. De kleur van Tarbosaurus is nog onbekend.