In de getaltheorie is een -getal (uitgesproken als "tau-getal"; Eng. refactorable number) een natuurlijk getal dat deelbaar is door het aantaldelers van dat getal (inclusief 1 en het getal zelf).[1]
De functie wordt meestal gebruikt om het aantal delers van een getal aan te geven.[2] De definitie kan dan daarmee geformuleerd worden als:
Een natuurlijk getal is een -getal, als (waarin het teken “” staat voor “is deelbaar op”).
Voorbeelden
De delers van het getal zijn: . Het aantal delers is , en is deelbaar op . Dus is een -getal.
Het getal heeft de volgende delers: . Dus: , en . Daarmee is een -getal.
De delers van zijn: . Dus , en is niet deelbaar op . Het getal is daarmee geen-getal.
De eerste drieëndertig getallen in de rij met -getallen zijn:[3]
Opmerking. In de wiskundige literatuur komt ook (Eng. divisor sigma 0) voor als functie die het aantal delers van een getal geeft. Dus: .[4]
↑De , tau, is de 19e letter in het Griekse alfabet.
↑Deze functie moet niet verward worden met de Ramanujan--functie.