Telescoop | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Grondlegger(s) | Hans Lipperhey, Jacob Metius | |||
Periode van uitvinding | 1608 | |||
Hoofdfunctie | vergroten en waarnemen van verre objecten | |||
Toepassingsgebied | o.a. astronomie | |||
Basisprincipe(s) | optica, lichtbreking | |||
|
Een telescoop is een optisch instrument waarmee verre voorwerpen vergroot kunnen worden waargenomen. De naam komt van het Griekse τῆλε (tèle), ver en σκοπεῖν (skopéin), zien, bekijken.[1] Het woord televisie, half Grieks, half Latijn, betekent hetzelfde, maar hier gaat het om een heel ander toestel.
De woorden telescoop en verrekijker betekenen dus hetzelfde, maar de instrumenten zijn voor verschillende toepassingen.
Oorspronkelijk is een telescoop een instrument dat gebruikt wordt voor zichtbaar licht. Tegenwoordig zijn er telescopen voor alle golflengtegebieden tussen radiostraling (radiotelescopen) en gammastraling. Instrumenten worden ook telescoop genoemd als de techniek verschilt van die van optische telescopen.
Om de invloed van de aardatmosfeer en lichtvervuiling te verminderen worden telescopen vaak geplaatst op een hoge berg, in een luchtballon, of in de ruimte.