The General Theory of Employment, Interest and Money

The General Theory of Employment, Interest and Money (De algemene theorie van werkgelegenheid, rente en geld) is een economieboek, dat in 1936 werd geschreven door de Britse econoom John Maynard Keynes.

Het boek wordt algemeen beschouwd als Keynes zijn magnum opus. In dit werk introduceert hij een belangrijk deel van de terminologie uit de huidige moderne macro-economie.[1] Keynes legde met dit werk de basis voor de "keynesiaanse revolutie" in het economisch denken en ontkrachtte de stelling dat een markteconomie van nature geneigd zou zijn om zich na tijdelijke schokken te herstellen tot een situatie van volledige werkgelegenheid. Het werk wordt algemeen beschouwd als de hoeksteen van het keynesiaanse denken; het boek daagde de gevestigde neoklassieke economie uit en introduceerde belangrijke nieuwe concepten, zoals de consumptiefunctie, de multiplier, de marginale efficiëntie van kapitaal, het principe van de effectieve vraag en de liquiditeitsvoorkeur in de economische theorie.

  1. (en) Richard N Cooper, "The General Theory of Employment, Money, and Interest, "[1] Foreign Affairs; sep/okt 1997

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne