Theotokos (Grieks: Θεοτόκος, theotókos, letterlijk God-barende) is een kwalificatie van Maria, de moeder van Jezus, waarin wordt uitgedrukt dat Maria niet enkel de moeder van Jezus van Nazareth was, maar tevens de moeder van God. Het is de titel die in de Alexandrijnse School met voorliefde aan Maria werd gegeven. De Griekse term wordt voornamelijk gebruikt in het Oosters christendom. In het Westers christendom spreekt men eerder van Maria, moeder van God of Maria, moeder Gods.
Nestorius (381-451) stelde dat Maria slechts Christus (wat betreft zijn menselijke natuur) gebaard had. Het eerste concilie van Efeze (431) stelde hier het dogma van Maria als moeder van God (theotokos) tegenover. Nestorius wordt op dit concilie in Efeze veroordeeld.[1]
Het moederschap van Maria wordt in de Katholieke Kerk elk jaar gevierd op het hoogfeest van Maria Moeder van God op 1 januari.
Later tijdens het concilie van Chalcedeon stelde men dat Jezus Christus waarachtig God en waarachtig mens is. Zijn ene persoon bestaat in twee naturen. Deze zijn onvermengd, onveranderd, ongedeeld en ongescheiden. De eerste twee waren tegen Eutyches gericht en de laatste twee tegen Nestorius.[2]