Troilus and Criseyde (Troilus en Crisseda) is een Middelengels gedicht van Geoffrey Chaucer, dat het tragische verhaal vertelt van de geliefden Troilus en Criseyde tijdens het beleg van Troje. Het is geschreven in rhyme royal (koninklijk rijm) en dateert uit de periode 1382-1386.[1] Met zijn 8000 regels is dit het langste volledige gedicht dat Chaucer ons naliet. Het wordt beschouwd als een van zijn beste werken en is, in tegenstelling tot het beter bekende The Canterbury Tales, door Chaucer helemaal voltooid.
If no love is, O God, what fele I so?
And if love is, what thing and whiche is he?
If love be good, from whenes comth my wo?[2]
— Book I, Cantus Troili, 400