Ulrik Huber | ||||
---|---|---|---|---|
Huber (Museum Martena)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 12 maart 1636 | |||
Geboorteplaats | Dokkum | |||
Overleden | 8 november 1694 | |||
Overlijdensplaats | Franeker | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | rechtsgeleerde | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Ulrik Huber, ook wel Ulrich Huber en Ulricus Huber, (Dokkum, 12 maart 1636 – Franeker, 8 november 1694) was een Nederlandse hoogleraar in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Franeker en een politiek filosoof.
Huber, lid van de familie Huber, studeerde in Franeker (1651), Utrecht (1654) en Heidelberg (1656). Hij kreeg eind 1657, nog op zeer jonge leeftijd, een aanstelling als hoogleraar welsprekendheid en geschiedenis; in 1659 trouwde hij met een kleindochter van Johannes Althusius. In 1665 werd hij hoogleraar rechtsgeleerdheid, nadat hij al twee jaar colleges gaf. In 1668 hertrouwde hij met Judith van der Ley.
Bij voorkeur wees hij studenten op het nut van de beoefening der geschiedenis en letteren. Een van die studenten, Adriaan Beverland, droeg in 1679 zijn werk De Stolatae Virginitatis Iure , een verhandeling over de vrouwelijke lust aan Huber op.Van 1679 tot 1682 was Ulrik Huber rechter aan het Hof van Friesland. Hierna keerde hij terug als een soort buitengewoon hoogleraar en gaf thuis privélessen, wat verontwaardiging opleverde bij en polemieken met zijn collega.[1] In 1683 bemoeide hij zich met de discussie die was ontstaan vanwege een dansmeester uit Franeker, die was aangesteld om studenten af te houden van vechtpartijen.[2]