Het Utrechts Schisma ontstond na het ontslag van apostolisch vicaris Petrus Codde in 1702, dit bracht een tweespalt teweeg onder de geestelijkheid in de Republiek tussen anti-jansenisten en meer gematigden. Deze onenigheid zou uiteindelijk leiden tot het Utrechts schisma en het ontstaan van de Oudkatholieke Kerk in 1723.