Verdrag van Lissabon | ||||
---|---|---|---|---|
Verdragstype | Amendement van voorgaande verdragen | |||
Ondertekend | 13 december 2007 in Lissabon (Portugal) | |||
In werking getreden | 1 december 2009 | |||
Partijen | Lidstaten van de Europese Unie | |||
Talen | Talen van de Europese Unie (23) | |||
|
Het Verdrag van Lissabon is een verdrag van de Europese Unie, getekend in Lissabon op 13 december 2007. Inhoudelijk gezien veranderde dit verdrag het functioneren van de Unie met een reeks amendementen op twee oudere verdragen: het verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (verdrag van Rome) en het verdrag tot oprichting van de Europese Unie (verdrag van Maastricht). De geconsolideerde versies van deze documenten vormen samen de wettelijke basis voor de Europese Unie. Na ratificatie door alle 27 EU-lidstaten trad het verdrag in werking op 1 december 2009.
Volgens de preambule was het doel "het door het Verdrag van Amsterdam en het Verdrag van Nice op gang gebrachte proces te voltooien teneinde de doeltreffendheid en de democratische legitimiteit van de Unie te versterken en haar optreden samenhangender te maken."[1] De belangrijkste wijzigingen die besloten lagen in het Verdrag van Lissabon betroffen de afschaffing van de zogenaamde pijlerstructuur van de Unie, het toegenomen belang van het stemmen via gekwalificeerde meerderheid in de Europese Raad, een grotere rol voor het Europees Parlement en de introductie van een voorzitter van de Europese Raad en de Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid. Ook het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie werd rechtskrachtig.
Het Verdrag verving de door de Franse en Nederlandse kiezers in 2005 bij referenda verworpen Europese Grondwet. De kritiek bestaat dat er inhoudelijk niet veel verschillen zijn.[2] Volgens de eurosceptische voormalige Britse denktank en lobbygroep Open Europe zou 96% van de tekst inhoudelijk gelijk zijn. Valéry Giscard d'Estaing noemde de wijzigingen 'cosmetisch'.[3]