De verslavingszorg is een tak van de gezondheidszorg die hulp biedt aan mensen met een verslaving. Binnen de verslavingszorg zijn maatschappelijk werkers, psychiaters en psychologen, artsen, verpleegkundigen, reclasseringsmedewerkers en vele andere hulpverleners werkzaam.
Het in 2023 aangestelde instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen (NRV), doet onderzoek naar de staat en kwaliteit van de verslavingszorg in Nederland. Daar wordt uitgegaan van het biopsychosociaal model. Hierin worden de biomedische, psychologische, en sociologische aspecten meegenomen[1]. Mensen met een verslavingproblematiek worden in de GGZ niet alleen als cliënten maar in veel gevallen ook als patiënten gezien. De basis hiervan ligt in het concept dat verslaving een (chronische) hersenziekte is[2]. Dit is een gangbare opvatting onder medici hoewel niet onomstreden, omdat over de processen die aan verslaving ten grondslag liggen nog veel onbekend is[3]. Een voorbeeld is dat drugsgebruik psychische problemen kan veroorzaken, maar andersom komt verslaving vaak voor bij psychische stoornissen, waarbij mensen een aanleg (comorbiditeit) hebben voor het ontwikkelen van verslavingen, zoals bij ADHD. Het komt vaak voor dat bij een verslaving het niet beperkt blijft tot het gebruik van een middel, maar dat er sprake is van poly- of multidrugsgebruik, wat een meer persoonsgerichte aanpak vereist.[4] Het blijkt dat onder andere door teruglopende financiering voor onderzoek naar verslaving, door misvattingen over de verslavingszorg, het hoge terugvalpercentage (50%) en door fragmentatie in het Nederlandse zorgstelsel nog veel onduidelijk is over de effectiviteit van de verslavingszorg in Nederland[1]
Er is een verscheidenheid aan instellingen en afkickklinieken actief in Nederland en België, die verschillende behandelmethodes aanbieden.[5] Waar vroeger verstrekking van methadon een bekende behandekmethode was, zijn er tegenwoordig methodes die vaker worden toegepast, of waarvan de effectiviteit (deels) is aangetoond. Dit zijn onder andere: Cognitieve gedragstherapie, Twaalfstappenprogramma's, Eye movement desensitization and reprocessing en hulp aan naasten. Ook zijn er klinieken waar mensen een zogenaamde time-out kunnen hebben om weer op krachten te komen, ook wel Detox genoemd. Behandelingen komen in de vorm van dag- en deeltijdbehandelingen, en ook wordt indien nodig hulp geboden op gebied van financiën en resocialisatie, en zijn er activiteitenprogramma's speciaal gericht op mensen met verslavingsproblematiek. Verder wordt er aandacht gegeven aan preventie en voorlichting en wordt informatie gegeven aan partners en familieleden van verslaafden.
Op landelijk niveau zetten beleidsmakers in zowel Nederland als Vlaanderen sterk in op herstel, hoewel structurele implementatie, toegewijde financiering en systematische evaluatie lijkt te ontbreken. Dit ondanks dat de zorg anders in ingericht, namelijk "Bottom-up" in Nederland versus een gecentraliseerde aanpak in Vlaanderen.[6]
Er wordt binnen de verslavingszorg in samengewerkt met politie en justitie om verslaafde criminele veelplegers onder dwang een hulpverleningstraject aan te bieden (verslavingsreclassering). Ook is er dwanghulpverlening waarin criminele verslaafden gedwongen worden af te kicken (in 2001 Strafrechtelijke Opvang Verslaafden - SOV, sinds 2004 Inrichting Stelselmatige Daders ISD).