Vitamine D | ||||
---|---|---|---|---|
Chemische structuur | ||||
Farmaceutische gegevens | ||||
Metabolisatie | Hepatisch, renaal | |||
Halveringstijd (t1/2) | ca. 50 dagen | |||
Uitscheiding | fecaal | |||
Gebruik | ||||
Merknamen | Cholecalciferol, D-cura, Devaron, Divisun | |||
Indicaties | Rachitis, osteoporose, Vitamine D-deficiëntie | |||
Databanken | ||||
ATC-code | A11CC | |||
Farmacotherapeutisch Kompas | Vitamine D en analoga | |||
MeSH | D014807 | |||
|
Vitamine D is een groep van vet-oplosbare organische verbindingen die verantwoordelijk zijn voor de opname van calcium en fosfaat uit voeding, wat van groot belang is voor diverse biologische processen. De twee belangrijkste vormen zijn vitamine D3 (de dierlijke vorm) en vitamine D2. De term vitamine D verwijst ook naar metabolieten en andere analoga van deze substanties.
Vitamine D3 kan in het menselijk lichaam worden geproduceerd onder invloed van ultraviolet licht.[1] In de klassieke interpretatie van het begrip "vitamine" zou dit betekenen dat vitamine D eigenlijk niet beschouwd kan worden als een echte vitamine. In de meeste gevallen is de endogene synthese echter ontoereikend en blijft de mens afhankelijk van de aanvoer uit externe bronnen, vandaar dat het in het algemeen toch als vitamine beschouwd wordt.[2]
Het vitamine D dat in het lichaam wordt aangemaakt of uit voeding wordt verkregen, is nog niet fysiologisch actief. Pas na enzymatische omzetting in de lever en vervolgens in de nieren verandert het in zijn actieve vorm (calcitriol). Het actieve vitamine D wordt als hormoon via de bloedsomloop naar alle lichaamsweefsels vervoerd. In de darmen bevordert het de opname van calcium, fosfaat en magnesium uit het voedsel. Deze voedingsstoffen zijn met name belangrijk voor gezonde groei van botten, tanden en spierweefsels.
Een tekort aan vitamine D kan het gevolg zijn van onvoldoende inname en een inadequate blootstelling aan zonlicht. Ook lever- en nieraandoeningen kunnen de absorptie en stofwisseling van vitamine D verstoren. Deficiëntie leidt tot verminderde botmineralisatie en uiteindelijk tot aandoeningen die het bot verweken, zoals rachitis en osteoporose. Naast deze functies van vitamine D is er ook aandacht voor de rol ervan bij hart- en vaatziekten, auto-immuunziekten en kanker.[3] Over deze gezondheidseffecten bestaat echter geen sterke consensus in de geneeskunde.[4]