Met een vochtig continentaal klimaat of vochtig landklimaat wordt een gematigd klimaat bedoeld dat hoofdzakelijk op de middelste breedtegraden van zowel het noordelijk als het zuidelijk halfrond te vinden is. Belangrijke kenmerken van dit klimaat zijn de grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, en het feit dat er gedurende het hele jaar sprake is van ongeveer evenveel neerslag, dus geen droge of natte seizoenen, zoals wel het geval is in een vochtig subtropisch klimaat. De thermische amplitude kan in deze klimaatzones soms oplopen tot 33 °C, maar bevindt zich meestal tussen de 15 en 22 °C. De thermische amplitude wordt kleiner naarmate een gebied zich dichter bij een zee of oceaan bevindt (zie ook zeeklimaat). Het vochtig continentale klimaat grenst in het noorden aan het subarctische klimaat (Köppen: Dfc/Dwc).