Fürstentum Pfalz-Sulzbach Land in het Heilige Roomse Rijk | |||||
---|---|---|---|---|---|
Tot 1656 onder landeshoheit van Palts-Neuburg | |||||
| |||||
Symbolen | |||||
| |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Sulzbach | ||||
Oppervlakte | 1100 km² (~ 1800)[1] | ||||
Bevolking | 31.170 (1802) | ||||
Talen | Duitse dialecten | ||||
Religie | Lutheranisme, Rooms-katholicisme, Jodendom | ||||
Politieke gegevens | |||||
Dynastie | Huis Palts-Sulzbach | ||||
Kreits | Beierse Kreits |
Het vorstendom Palts-Sulzbach (Duits: Fürstentum Pfalz-Sulzbach) was een relatief klein land in het Heilige Roomse Rijk. Het vorstendom werd geregeerd door het Huis Palts-Sulzbach, een zijlinie van het Huis Wittelsbach. Omdat de vorsten van Sulzbach ook de titel 'hertog' voerden wordt het gebied ook vaak Hertogdom (Palts-)Sulzbach genoemd, hoewel het strikt genomen geen hertogdom was.
Palts-Sulzbach ontstond in 1615, na de verdeling van het vorstendom Palts-Neuburg onder de drie zonen van paltsgraaf Filips Lodewijk. Officieel bleef Sulzbach onderdeel van het vorstendom Palts-Neuburg. In 1656 werd het vorstendom volledig zelfstandig. De laatste vorst van Sulzbach, Karel Theodoor, erfde in 1742 de Palts en in 1777 ook het Keurvorstendom Beieren. In 1791 werd de regering in Sulzbach opgeheven en verenigd met Palts-Neuburg.
Het vorstendom Palts-Sulzbach bestond uit een aantal verspreide gebieden in de Opper-Palts. De belangrijkste steden in het gebied waren de hoofdstad Sulzbach en Weiden. Het vorstendom kreeg in 1697 een zetel in de Beierse Kreits, maar was niet vertegenwoordigd in de rijksdag.[2]