De Vrede van Londen in 1913 volgde op het einde van de Eerste Balkanoorlog tussen een alliantie van Balkanstaten (Servië, Montenegro, Bulgarije en Griekenland, de Balkanliga) en Turkije. Het verdrag werd op 30 mei in Londen getekend. Turkije moest hierbij een groot gedeelte van zijn grondgebied aan de Balkanstaten afstaan en het verdrag regelde de verdeling van de veroverde gebieden tussen de verschillende partijen op de Balkan. Vertegenwoordigers van Groot-Brittannië, Duitsland, Rusland, Oostenrijk-Hongarije en Italië ondertekenden het verdrag mede.