Een wad in zeegebied is een slik- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan, met een hoogte die zich tussen het normale laagwater- en hoogwaterniveau van een vlak getijdengebied bevindt.
Met het wad of de wadden wordt meestal het kustgebied bedoeld dat langs de kust vanaf Den Helder in Nederland loopt, en langs de Duitse kust tot Esbjerg in Denemarken, en de 50 Waddeneilanden die in deze kuststrook liggen. In algemene betekenis kan het ook om een type kustgebied met wadden en waddeneilanden gaan, waar dan ook ter wereld. Waddengebieden grenzen aan open zee met een rij waddeneilanden of een schoorwal. Waddeneilanden zijn eilanden met buitendijkse gronden die bij vloed onder water komen en bij eb droogstaan.
Het woord Waddeneiland als eigennaam wordt gebruikt voor de Nederlandse, en soms ook voor de Duitse en Deense eilanden in de Waddenzee, namelijk de Oost- en Noord-Friese Waddeneilanden.[1]