Een wagenmaker (ook wel stelmaker of radmaker)[1] is een persoon die in vroeger tijd houten karren en wagens maakte en repareerde, evenals onderdelen daarvoor zoals wielen en askasten.
Hoewel er wagenmakers waren die comfortabele koetsen maakten, waren de meesten van hen voornamelijk werkzaam voor boerenbedrijven. De grootste vraag was naar meerwielige karren en wagens, maar hun assortiment omvatte ook kruiwagens, eggen, ploegen, beerkisten, wanmolens, botermolens en kafmolens. Voor ambachtslieden maakte de wagenmaker bakkerswagens met soms de mogelijkheid een hond in te spannen, de zogenaamde hondenkar, stootwagens voor timmerlieden of metselaars, bierwagens ingericht voor het vervoer van biervaten of een mallejan voor het vervoer van bomen.[2] In Vlaanderen behoorden ook doodskisten tot het productgamma van de wagenmaker.