De Walliser Alpen in Zwitserland en Italië, of de Penninische Alpen (of Pennische Alpen), zijn de bergen op het westelijk deel van de grens tussen beide landen, meer bepaald tussen het Rhônedal in Wallis, in Zwitserland, en de Valle d'Aosta in Italië. De naam Walliser Alpen zou verkeerdelijk doen vermoeden dat de bergen enkel in Wallis (Zwitserland) liggen. De Walliser Alpen vormen het meest westelijke deel van de Centrale Alpen. De grens met de Grajische Alpen (deel van de Westelijke Alpen), bevindt zich bij de Petit Col Ferret. De relatief hoge Grote Sint-Bernhardpas (2469 m) is de enige verbinding voor autoverkeer die over de Walliser Alpen voert.
De Walliser Alpen worden soms gedefinieerd als de bergen tussen de Simplonpas (Weissmies) in het oosten en de Grote Sint-Bernhardpas (Grand Combin) in het westen. Meer courant wordt de westelijke grens nog iets westelijker gelegd, bij de Petit Col Ferret, zodat ook de Grand Golliat tot de Penninische Alpen wordt gerekend.
In de Walliser Alpen liggen een groot aantal van de hoogste toppen in de Alpen. Het landschap wordt gekenmerkt door hooggebergte. Op de hellingen van veel van de hoogste bergen in het gebied liggen gletsjers. Een groot deel van de Walliser en de Penninische Alpen ligt boven de boomgrens. Dieren en planten zijn aan de grotere hoogte aangepast.
In de tijd van het Romeinse Rijk kwam het gebied overeen met de provincie Alpes Poeninae.