De stad Utrecht staat bekend om haar binnenstad met werfkelders langs de binnengrachten. Het aantal van vele honderden Utrechtse werfkelders ontstond vanaf omstreeks 1150 uit particuliere initiatieven dankzij een veranderde waterhuishouding langs de Oudegracht, Nieuwegracht, Kromme Nieuwegracht, Drift en Plompetorengracht. In het verleden bevonden zich ook langs de Stadsbuitengracht een of meer werfkelders. Oorspronkelijk waren de kelders bedoeld als opslag- en doorgangsruimte voor goederen die gelijkvloers aan- en afgevoerd konden worden over water. Vanuit het bovenliggende pand op straatniveau kon de kelder bovendien nog binnendoor worden bereikt. Karakteristiek is dat de werfkelders onder de openbare weg liggen.[1]
Het geheel van vooral werven, kelders en bruggen vormde een middeleeuwse stadshaven samen met de zo'n vijf kilometer aan binnenstadsgrachten.