De wet van Weber uit de wetenschap der psychofysica geeft het logaritmische karakter aan van de sterkte van zintuigelijke waarnemingen. Een variant is bekend als de wet van Fechner en Weber. Beide werden rond 1860 geformuleerd door Gustav Theodor Fechner, een student van Ernst Heinrich Weber, in diens boek Elemente der Psychophysik. Fechner noemde de wet naar zijn leermeester, die de experimenten die tot de formulering van de wet leidden, uitgevoerd had.