Slag bij Jutland
|
Onderdeel van de Eerste Wereldoorlog
|
|
HMS Queen Mary explodeert op 31 mei 1916.
|
|
Datum
|
31 mei 1916–1 juni 1916
|
Locatie
|
Noordzee vlak bij Denemarken
|
Resultaat
|
Tactische Duitse overwinning, strategische Britse overwinning
|
Strijdende partijen
|
|
Leiders en commandanten
|
|
Troepensterkte
|
28 slagschepen 9 slagkruisers 8 zware kruisers 26 lichte kruisers 78 torpedobootjagers 1 mijnenlegger 1 vliegdekschip
|
16 slagschepen 5 slagkruisers 11 lichte kruisers 61 torpedoboten 6 pre-dreadnought slagschepen
|
|
Verliezen
|
6.094 dood 510 gewond 177 gevangenen 3 slagkruisers 3 zware kruisers 8 torpedobootjagers (115.025 ton gezonken)
|
2.551 dood 507 gewond 1 slagkruiser 1 pre-dreadnought 4 lichte kruisers 5 torpedobootjagers (61.180 ton gezonken)
|
|
De Zeeslag bij Jutland (31 mei – 1 juni 1916) tussen de Britse en de Duitse marine, ook Slag voor het Skagerrak genoemd, was de grootste zeeslag uit de Eerste Wereldoorlog. Het was na de Slag bij de Doggersbank (1915) de laatste van twee ontmoetingen waarbij dreadnoughts van de strijdende partijen elkaar tijdens de Eerste Wereldoorlog bevochten.