Zeewaardigheid is alle voorwaarden waaraan een schip moet voldoen om een voorgenomen reis te volbrengen en passagiers, bemanning en lading zonder aanmerkelijke schade te vervoeren.
De voorwaarden zijn onder andere voldoende stabiliteit, sterkte, reservedrijfvermogen, waterdichte integriteit, brandstof, proviand en uitrusting, de voortstuwing en hulpbedrijf in volledig operationele staat, de radiocommunicatie, veiligheidsuitrusting en lens- en brandbluscapaciteit in orde, de lading goed gestuwd en de bemanning gezond en capabel.
Aan de zeewaardigheid worden eisen gesteld in vier verdragen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), dit zijn het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS), het Uitwateringsverdrag (LL), de Overeenkomst betreffende passagiersschepen gebezigd op bijzondere reizen (STP) en het Internationaal Verdrag van Torremolinos voor de beveiliging van vissersvaartuigen (SFV). Die laatste is echter na vele jaren nog niet in werking getreden, waarmee er voor vissersschepen geen internationaal verdrag is voor veiligheid. In Nederland zijn de internationale eisen aan de zeewaardigheid opgenomen in de Schepenwet artikel 4 en 9[1] en het Schepenbesluit 2004 hoofdstuk 4 en 5.[2]
Zeewaardigheid komt naar voren in het zeemansgebed dat in het journaal genoteerd wordt voor vertrek: