Zelfmoord, zelfdoding of suïcide (Latijn: suicidium, van sui = zelf/zichzelf en caedere = doden)[2] is het opzettelijk beëindigen van het eigen leven.
Een poging het eigen leven te beëindigen die niet tot de dood heeft geleid noemt men een zelfmoordpoging (Latijn: tentamen suicidii; afkorting TS).
Een situatie waarbij iemand onbedoeld door eigen handelen overlijdt, bijvoorbeeld door onopzettelijke inname van een te grote hoeveelheid medicatie of drugs, is geen zelfdoding, maar een ongeval.
In sommige situaties is het niet goed mogelijk om onderscheid te maken tussen zelfmoord en een ongeval, zoals bij Russische roulette, extreem roekeloos gedrag of bij personen die niet wilsbekwaam zijn.
In juridische zin is zelfmoord in België en Nederland geen 'moord'; het is in deze landen geen strafbaar feit, los van het feit dat een overledene niet bestraft kan worden. Als de wijze van zelfdoding een onrechtmatige daad is, kan de door anderen geleden schade wel ten laste van de nalatenschap komen (zie bijvoorbeeld Treinsuïcide#Gevolgen).[3]
Volgens bepaalde geloofsovertuigingen handelt men bij zelfdoding tegen normen en waarden.
Een variant van zelfmoord is zelfeuthanasie, waarbij men de nabestaanden in het proces betrekt. Zelfeuthanasie verschilt van euthanasie, waarbij het leven door een arts wordt beëindigd. Dit laatste is in Nederland onder bijzondere omstandigheden toegestaan. Iemand helpen of aanzetten om het eigen leven te beëindigen is strafbaar in vele landen, zo ook in Nederland, België en Suriname, tenzij het gaat om helpen onder vergelijkbare voorwaarden als die voor euthanasie.