Zomer te Ter-Muren | ||||
---|---|---|---|---|
Auteur(s) | Louis Paul Boon | |||
Land | België | |||
Taal | Nederlands | |||
Onderwerp | Socialisme, Literatuur | |||
Genre | Roman | |||
Uitgever | De Arbeiderspers | |||
Uitgegeven | 1956 | |||
Medium | ||||
ISBN | 978-90-295-0323-8 | |||
Voorloper | De Kapellekensbaan | |||
|
Zomer te Ter-Muren (ondertitel: Het 2de boek over de Kapellekensbaan) is een roman uit 1956 van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. Hij vormt het vervolg op De Kapellekensbaan. Ondine maakt samen met haar echtgenoot Oskarke en haar broer Valeer de eerste helft van de twintigste eeuw mee. De personages in de Wereld-van-nu geven hier commentaar op. Een derde verhaallijn gaat over de achttiende-eeuwse rebel Jan de Lichte. Belangrijke thema's zijn de evolutie van het socialisme, het schrijfproces op zich en het verval van het geloof in idealen. Het boek is opgedragen aan de enkeling in deze wereld van barbaren.
Boon zelf zei over dit boek: "Ik voelde me bij het schrijven ervan als op vleugelen naar de top gevoerd. Nog steeds kan ik de roman over Ondine en haar dochters, en de anti-roman over Tippetotje in het bos, niet herlezen zonder me af te vragen wie me bij het schrijven ervan de hand heeft vastgenomen en gezegd heeft: Kom sukkeltje, ik zal je wat helpen. In De Kapellekensbaan leeft het dromerige Ondineke, maar in Zomer te Ter-Muren leeft het wijf Ondine, die honderdmaal groter, duivelser en menselijker is geworden."[1]