Een zonnebloempit is botanisch gezien een vrucht van de zonnebloem (Helianthus annuus), wordt meestal "zaad" genoemd.
Zonnebloempitten zijn rijk aan vezels en onverzadigde vetzuren, en zijn eetbaar nadat ze ontdaan zijn van hun vruchtwand. Uit zonnebloempitten wordt door persing zonnebloemolie gewonnen.
Voor commerciële doeleinden worden zonnebloempitten ingedeeld naar het patroon van hun schil.
Pitten met volledig zwart schillen worden 'zwarte olie-zonnebloempitten' genoemd. Deze pitten worden geperst om er zonnebloemolie uit te winnen. Verder worden deze pitten beschouwd als de geschiktste pitten voor vogelvoer.
Pitten met gestreepte schillen worden 'gestreepte zonnebloempitten' genoemd. Deze zonnebloempitten bevatten minder olie dan 'zwarte-olie-zonnebloempitten'. Hierdoor zijn ze minder geschikt om er olie uit te winnen, maar juist geschikter om te dienen als voedsel, bijvoorbeeld in de vorm van snacks. Behalve zwarte en gestreepte zijn er ook witte zonnebloempitten.
Vooral in landen rond de Middellandse Zee worden zonnebloempitten veel gegeten. Zonnebloempitten worden, al of niet gepeld, los verkocht als versnapering. Zonnebloempitten worden gedroogd, eventueel geroosterd om ze langer houdbaar te maken, en eventueel met zout of meel omgeven. Overconsumptie van ongepelde zonnebloempitten kan leiden tot ernstige obstipatie.[1]
Ook aan deegproducten, zoals aan brood, kunnen zonnebloempitten worden toegevoegd.