De Berlena, een Dortmunder, is tegen de klok in gedraaid in het Wendebecken bij DörpenZwaaikom in het kanaal Roeselare-Leie - richting IzegemZwaaikom in de haven van Gdynia, PolenDe Augustijnenkaai langs de Lieve te Gent, met de zwaaikom. Erachter de Lievebrug en tegen de horizon de Sint-Baafskathedraal en het Gravensteen. Pieter-Frans De Noter, jaren 1820, collectie STAM.N.B.: deze weergave is erg donker, het museum toont een lichter beeld.Ronde sluis van Agde, zij- en bovenaanzicht, kaart 1697Zwaaikom annex ligplaats in het Wilhelminakanaal in Tilburg, geschikt voor kempenaars. De Sophia, lengte 60 meter, ligt hier aangemeerd.Zwaaikom annex passeerplaats voor kleine boten. Erachter de sluis van Fort bij Uitermeer, 2019.Haventje de Zwaaikom bij Bergen met de 13 meter lange schuit van beurtschipper Kleverlaan. Deze onderhield tweemaal per week een retourdienst op Amsterdam, via het Noordhollandsch Kanaal. Foto A.J. Bonda, circa 1914. Collectie RAA.[1][2]
Een zwaaikom is een keerplaats voor schepen die de draai niet binnen de normale vaargeul kunnen maken. Daarnaast worden er ook zwaaikommen aangelegd waar een haakse of scherpe bocht gemaakt moet worden. Schepen kunnen achteruit varen, maar dit is lastig en niet ongevaarlijk,[3] zodat een zwaaikom een uitkomst is. Echter, het manoeuvreren in een zwaaikom vraagt ook stuurmanskunst. Zeeschepen zwaaien daarom in een haven normaal gesproken met sleepbootassistentie.
In een rivier, kanaal of gracht is de keerplaats herkenbaar in de vorm van een plaatselijke verbreding of aftakking, maar bij havens, bochten of natuurlijke verbredingen kan deze een onzichtbaar onderdeel van het geheel zijn. Vanwege diepte, veiligheid en oeverbescherming is niet iedere kom geschikt om te zwaaien.
Sommige eeuwenoude keerplaatsen zijn nog in gebruik. In België zijn zwaaikommen bekend uit het begin van de 17e eeuw. Winding holes in Engelse kanalen hebben dezelfde functie, maar een heel andere uitvoering; deze gaan minstens terug tot de tijd van de trekvaart.