In de natuurkunde is een zwarte straler of zwart lichaam een 'geïdealiseerd' (theoretisch volmaakt) object dat alle elektromagnetische straling die erop valt, absorbeert (en dus niet reflecteert). Door de absorptie van deze energie wordt de temperatuur van dit object hoger dan de omgevingstemperatuur. Deze warmte wordt aan de omgeving afgegeven in de vorm van elektromagnetische straling die warmtestraling wordt genoemd. Een 'zwarte straler' zendt altijd op alle frequenties/golflengten uit. Een zwarte straler is een ‘ideale uitzender’ en zendt, bij gegeven temperatuur, de maximaal mogelijke hoeveelheid energie per oppervlakte-eenheid uit op elke frequentie/golflengte. De emissiviteit is per definitie 1, de hoogst mogelijke waarde.
Bij lage temperaturen zal de afgegeven hoeveelheid zichtbaar licht relatief verwaarloosbaar zijn en de uitgezonden straling voornamelijk in het infrarode spectrum zijn gesitueerd. Alleen dan is de "zwarte straler" daadwerkelijk min of meer zwart. Bij hoge temperaturen wordt de zwarte straler roodgloeiend of witheet, en heeft het licht dat qua frequentie zichtbaar is voldoende intensiteit om ook daadwerkelijk te zien te zijn.
Het spectrum wordt gegeven door de wet van Planck.
Sterren hebben bij benadering een spectrum als van een zwarte straler. De kosmische achtergrondstraling heeft een spectrum dat vrijwel volmaakt met dat van een zwarte straler van 2,7 kelvin overeenkomt.